Naar homepage

Resultaten van het Dolhuys Manifest

Publicatiedatum

In 2016 heeft een twaalftal ggz-instellingen in het Dolhuys Manifest de ambitie uitgesproken om in 2020 geen patiënten meer gedwongen in te sluiten (te separeren) in een separeerverblijf. Drie jaar later staan we als sector nog steeds achter de intentie van het Manifest. We zijn in de afgelopen jaren zaken anders gaan doen bij de behandeling op opnameafdelingen. Wat hebben we tot nu toe bereikt en wat staat er nog te gebeuren?

Insluiting in een separeerverblijf is voor patiënten traumatiserend en maakt over het algemeen de angst en wanhoop groter. Daarom is in de afgelopen jaren binnen de ggz hard gewerkt aan zo min mogelijk separeren en zijn alternatieven gezocht.

Start van de HIC-methodiek

Zo was het Dolhuys Manifest de start van ontwikkeling van de HIC-methodiek (High & Intensive Care). In deze methodiek gaat het over contact maken in psychiatrische crisis en de kunst van het de-escaleren. Er wordt meer één op één en proactief gewerkt. De methodiek voorziet in de behoefte om mensen in ernstige psychiatrische nood goed en menswaardig op te vangen en te behandelen. In een omgeving waar veiligheid en bescherming gecombineerd worden met respectvolle zorg en behandeling. Hierdoor is de kwaliteit van zorg op gesloten opname afdelingen verbeterd en zijn insluitingen in een separeerverblijf afgenomen. Tevens sluit een HIC-behandeling aan bij de intensieve ambulante behandeling thuis (IHT), waardoor er minder en kortere opnames nodig zijn.

De extra beveiligde kamers

Een andere positieve ontwikkeling is de extra beveiligde kamer (EBK). Deze kamer gaat wel op slot, maar de patiënt houdt binnen de kamer zelf meer regie. De vrijheidsbeperking wordt hierdoor als minder groot ervaren. Zo is er continu contact mogelijk met een verpleegkundige via een glazen wand. De luxaflex die daarvoor hangen, bedient de patiënt. Ook is er in de EBK bijvoorbeeld een toilet, een mediazuil en een intercom. Daarnaast zijn er prikkelarme afzonderingskamers gekomen, waar patiënten tijdig tot rust kunnen komen, om escalatie te voorkomen.

Meer afstemming

Ook op het gebied van omgang met patiënten en familie is het nodige veranderd. Er vindt waar mogelijk afstemming plaats tussen de patiënt, familie en de behandelaren. De stem van de patiënt telt mee. Rondom dwang-en drangmaatregelen wordt ingestoken op het in contact blijven met de patiënt en hem zoveel mogelijk in eigen omgeving behandelen vanuit een herstelgerichte visie.

Ontwikkelingen

Mensen met psychiatrische problematiek blijven langer thuis wonen en worden zo lang mogelijk thuis behandeld. Vaak levert dit goede resultaten op die verplichte opname (en mogelijk insluiting) voorkomen. In de situaties waarin dit niet lukt, is de problematiek van de patiënt tegen de tijd dat hij wel wordt opgenomen, ernstig en acuut. Met de komst van de Wvggz (zoveel mogelijk ambulant behandelen) zal dit nog verder toenemen. Dat betekent dus dat de patiënten echt in crisis zijn als er sprake is van gedwongen opname. Soms is een vorm van insluiting dan toch nog nodig. Zoveel mogelijk wordt gekozen voor een EBK. Professionals die met patiënten met deze zeer ernstige problematiek werken, zijn zeer deskundig. Zij zijn met elkaar goed in staat hier keuzes in te maken die zowel de veiligheid van de patiënten als die van andere patiënten en de zorgverleners garanderen. Gezien de zwaarte van de psychiatrische problematiek is het mogelijk dat ondanks alle verbeteringen een vorm van verplichte zorg (bv insluiting) nodig blijft bij een kleine specifieke groep patiënten.

Verbeteren op basis van ervaringen en data

Bij de leden van GGZ Nederland is een grote wens om van elkaar te leren door werkwijzen van verplichte zorg te vergelijken en te verbeteren. Zo zijn er regelmatig regiobijeenkomsten Dwang & Drang, waar instellingen ervaringen uitwisselen en van elkaar leren. Voor wat betreft data uitwisseling zijn er vooralsnog geen toereikende wettelijke kaders om gegevens rondom verplichte zorg van de zorgaanbieder te toetsen en te evalueren (bijvoorbeeld de doelstelling: terugdringen van insluitingen). GGZ Nederland is in overleg met onder andere het ministerie van VWS om dit probleem op te lossen zodat zorgaanbieders, patiënten en hulpverleners meer kunnen delen op basis van cijfers en zorgaanbieders transparant kunnen zijn naar buiten toe. We streven naar wettelijke kaders die het mogelijk maken op basis van data resultaten te delen en zo van elkaar te leren.

Beschikbare cijfers zijn tot die tijd meer hoog over en niet gespecificeerd. Wel is er een afname, maar er is geen sprake van nul separaties. Echter, zonder context zeggen deze cijfers niet veel. Gebruikmaken van een EBK wordt ook geregistreerd als separeren, terwijl dit een andere vorm van insluiting is. Hetzelfde geldt voor patiënten die zelf vragen om een prikkelvrije ruimte. Zo’n 50% van de duur van de insluitingen is toe te kennen aan slechts enkele patiënten. Voor deze patiënten bieden de afspraken tussen zorgverzekeraars en de ggz-aanbieders over beveiligde zorg een oplossing. Hierdoor kunnen patiënten, die een hogere vorm van beveiliging tijdens hun behandeling nodig hebben dan de HIC kan bieden, overgeplaatst worden naar een forensische zorgafdeling.

Zorgbeveiligers

Het is steeds meer gebruikelijk dat zorginstellingen ondersteunende functionarissen inzetten voor bepaalde (deel)taken in het zorgproces. De zorgaanbieder is hierbij verantwoordelijk voor onder andere scholing, adequate toebedeling van taken en aansturing. Zorgbeveiligers kunnen bijdragen aan het veiliger maken van de afdeling voor medewerkers en patiënten. De arbeidsmarkt is krap en ggz-aanbieders zoeken naar andere mogelijkheden om hun professionals goed te ondersteunen bij hun werk. Zorgbeveiligers vervangen niet de zorgprofessionals, maar werken nauw met hen samen om incidenten en insluiting te voorkomen. Belangrijk hierbij is dat de zorgbeveiligers dicht op het zorgveld zitten, hart voor de patiënten hebben en getraind worden in de HIC-methodiek.

Op weg naar 2020

Eind 2019, vóór het aflopen van het Dolhuys Manifest, wordt een bijeenkomst georganiseerd. Op deze bijeenkomst blikken ggz-aanbieders samen met de cliëntenorganisatie MIND en de professionals terug op wat er met elkaar is bereikt en formuleren zij samen een nieuwe ambitie voor de komende jaren. Op basis van genoemde verbeteringen en het uitwisselen van ervaringen daalt het aantal gesepareerde patiënten. Het verder uitbannen van separaties vraagt om een lange adem en investering in kennis en kunde. Waarbij het uitgangspunt blijft dat de ggz uitvoering geeft aan optimale veilige zorg voor patiënten en voor professionals.