Naar homepage

"Met dit plan is er één grote verliezer: de cliënt en zijn familie"

Publicatiedatum

De aangekondigde korting van zes procent op de tarieven voor langdurige zorg leidt tot stevige kritiek van Pauline Meurs, hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In een opinieartikel in het Financieel Dagblad hekelt ze de manier waarop de langdurige zorg “zonder onderbouwing een pittige bezuiniging krijgt opgelegd”. De Nederlandse ggz heeft met andere zorgsectoren een kort geding aangespannen om de voorgenomen bezuiniging van tafel te krijgen, de uitspraak wordt op 8 oktober verwacht.

Dat het zover heeft moeten komen verbaast Meurs: “Het droevigste is dat het tot een rechtszaak moet komen om zorgkantoren te doen inzien dat zij moeten inbinden, de NZa-tarieven moeten respecteren en moeten stoppen te denken dat de inzet van botte financiële prikkels tot betere zorg leidt.” Voor de manier waarop de zorgkantoren de korting onderbouwen heeft Meurs weinig waardering: “De kern van het conflict tussen de zorgkantoren en de zorgaanbieders betreft een eenzijdige korting op het tarief: van 96% (of nog hoger) naar een uniform tarief van 94% van het maximumtarief dat door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is bepaald. Deze verlaging van het tarief geldt voor 2021, het is een overgangsjaar om met het nieuwe inkoopbeleid te leren werken. (…) Een nadere onderbouwing van deze 2% is nergens te vinden, ondanks het doorspitten van de beleidsdocumenten van de zorgkantoren. Waarom 2% en niet 1% of 3%? En waarom nu, juist in een tijd dat de coronapandemie zoveel vergt van de zorgmedewerkers? Overigens, een antwoord op de vraag waarom in het huidige inkoopbeleid is gekozen voor 96% van het maximum tarief is evenmin ergens te vinden. Het lijkt alsof de gedegen berekeningen van de NZa, die gebaseerd zijn op reëel gemaakte kosten en geleverde prestaties, voor de zorgkantoren niet ter zake doen.”

Directeur Veronique Esman van de Nederlandse ggz is blij dat een onafhankelijke expert de kritiek op het voorgenomen besluit deelt: “Als deze korting doorgaat zal de zorg voor de meest kwetsbare mensen onacceptabel verschralen. Voor de ggz-sector komt daar nog bij dat in 2021 door een wetswijziging 18.000 patiënten instromen in de langdurige zorg. Dat gaat met een korting van 6% tot enorme problemen leiden. We zijn het aan onze cliënten verplicht hoe dan ook alles uit de kast te halen om de korting van tafel te krijgen en zo goede zorg voor onze cliënten te garanderen.”

In het opinieartikel hoopt Meurs dat de rechter in zijn oordeel rekening houdt met de rol die de zorgkantoren zich in haar ogen onterecht aanmeten om innovatie aan te jagen: “Het idee dat er door eerst te korten en dan een innovatieplan te vragen meer geïnnoveerd zal worden, is té potsierlijk voor woorden. Het getuigt van nul kennis van hoe innovaties gerealiseerd worden.” Volgens Meurs zijn de zorgkantoren: ”bij uitstek niet geschikt en niet in staat om de plannen die zij vragen te beoordelen. Zij hebben hiervoor noch de expertise, noch de legitimiteit” Ze besluit: “Eenzijdig de spelregels veranderen, vervolgens roepen dat er wel degelijk overleg is, en intussen wel 1 november 2020 afkondigen als deadline voor het indienen van de gevraagde plannen, getuigt van weinig respect voor de sector en voor de mensen die het betreft. (…) Als dit plan doorgaat is er één grote verliezer: de cliënt en zijn familie. Zij hebben niets te kiezen en kunnen alleen maar hopen dat hun noden bepalend zijn voor welke zorg straks nog geboden wordt.”

Lees het hele opinieartikel hier.