Naar homepage

Inzet zorgverzekeraars volstrekt ontoereikend om ggz op de been te houden

Publicatiedatum

Ten eerste waarderen wij het zeer dat verzekeraars de intentie hebben om ook de ggz-instellingen niet in de problemen te laten komen als gevolg van het coronavirus.

Met de instellingen die tot de zogenaamde basisinfrastructuur behoren, worden, evenals met de ziekenhuizen afzonderlijk afspraken gemaakt. Instellingen die tot de basisinfrastructuur behoren, zijn in elk geval de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de acute ggz in hun regio en wat ons betreft ook die instellingen die daaraan een belangrijke bijdrage leveren.

Onze brief aan de ministers Hoekstra en Koolmees richt zich op de overige leden van GGZ Nederland en berust op de verkeerde veronderstelling dat zij geen coronapatiënten behandelen. Voor instellingen die bedden hebben, outreachende zorg zoals FACT en IHT verlenen en of complexe ambulante ggz verzorgen waarvoor ook face-to-face gesprekken nodig zijn, geldt dat zij nadrukkelijk wel coronapatiënten opvangen en behandelen. Als je alleen basis GGZ of beperkt SGGZ behandelt voor minder complexe patiënten dan zou de veronderstelling van deze brief kunnen kloppen.

Kosten lopen door

Juist ook voor deze instellingen geldt dat zij gewoon open zijn en juist extra kosten maken in deze tijd. De zorgverzekeraars geven aan 60 tot 85% van de kosten te willen vergoeden. De rest moet de instelling zelf opvangen door een besparing op de variabele kosten. Dit is volstrekt ontoereikend om deze instellingen overeind te houden. De kosten lopen gewoon door, terwijl een deel van de reguliere omzet wegvalt. Daarnaast zijn de variabele kosten nauwelijks te beïnvloeden op korte termijn en worden er wel veel extra kosten gemaakt.

Vitale ggz-organisaties

Het stellen van een maximum compensatie van de kosten van 85% is des te meer onbegrijpelijk, omdat deze organisaties tot de vitale structuur van de samenleving behoren. Hier werken mensen die met veel persoonlijk risico hulp bieden aan patiënten; ook als ze besmet zijn of wanneer er een vermoeden van besmetting is. Daarom hebben we eerder al gepleit om voor deze aanbieders 100% van de kosten te betalen.

Daar komt nog bij dat een deel van de ggz als enige dit soort afspraken moet maken met zowel verzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en justitie. Deze weg via de omzetderving leidt dan onherroepelijk tot het wegvallen van een deel van deze instellingen, waaronder de verslavingszorg. Want juist in de ggz zijn de marges smal. Kortom, elke vergoeding lager dan 100% zal op deze manier alsnog leiden tot het wegvallen van ggz-aanbieders. Personeel en patiënten/verzekerden zijn daarvan dan de dupe.

Herstelkosten en extra druk op psychiatrie

Tot slot zullen instellingen nog een hele tijd na de coronacrisis worden geconfronteerd met herstelkosten en voorziene extra druk die op de psychiatrie gelegd wordt, omdat de gebeurtenissen veel persoonlijk en professioneel leed hebben aangericht. Het vooruitzicht dat aanbieders het met minder geld moeten doen dan hiervoor, zal zijn tol eisen en de beschikbaarheid van de psychische zorg onder druk zetten.