Naar homepage

Zorgorganisaties roepen nieuw kabinet op tot investeringsagenda

Publicatiedatum

Een groot aantal organisaties, verenigd in de ‘Agenda voor de Zorg’, heeft informateur Tjeenk Willink en een nieuw te vormen kabinet in een brief opgeroepen tot het opnemen van een brede investeringsagenda voor de zorg in het regeerakkoord.

Jacobine Geel, voorzitter van de Nederlandse ggz: “Deze partijen vertegenwoordigen samen veel draagvlak: beroepsverenigingen van zorgprofessionals, alle brancheverenigingen van zorgaanbieders, én de patiëntenorganisaties. Samen pleiten we voor investeringen in preventie, een verbeterde zorgarbeidsmarkt en aantrekkelijker werkklimaat voor professionals, en voor digitalisering en innoverend vermogen.”

Lees hier de volledige brief vol aanbevelingen.

Domein overstijgende samenwerking op preventie

Uit de brief spreekt een gemeenschappelijke visie op het belang van leefstijl en preventie. Geel: “We moeten ons niet alleen richten op het voorkomen van fysieke aandoeningen zoals overgewicht of hartfalen, maar evenzeer inzetten op het versterken van mentale kracht en weerbaarheid. Een gezonde geest en een gezond lichaam: ze horen bij elkaar en die samenhang moet ook veel nadrukkelijker zichtbaar worden in beleid. Het is dan ook van groot belang om samenwerking te stimuleren en mogelijk te maken, in de zorgketen en ook breder in de samenleving. Denk in dit verband ook aan aandacht voor gezondheidsvaardigheden en mentaal welzijn in het onderwijs en aan het bouwen aan leefbare wijken waarin ook de zorg voor kwetsbare groepen geborgd is.” De partijen verenigd in de Agenda voor de Zorg constateren dat er sprake is van een forse onder-investering in preventie: “Hiervoor wordt op jaarbasis slechts 70 miljoen vrijgemaakt uit de Rijksbegroting, terwijl het hele budget voor zorg en welzijn meer dan 100 miljard euro per jaar is. Wij pleiten voor meer evenwicht en dus voor een brede preventiestrategie voor zeker 20 jaar gericht op wonen, mentale en fysieke weerbaarheid, armoedebestrijding en aanpak van schulden voor kwetsbare groepen.”

Professionele autonomie en goede beloning professionals

De huidige druk op zorgmedewerkers is groot, maar doordat de vraag naar zorg in de komende jaren stijgt neemt die druk verder toe. Bovenop de 1,25 miljoen werknemers die nu in Nederland in de zorg werken, zijn de komende 20 jaar zo’n 700.000 extra werknemers nodig als we dezelfde zorg willen blijven verlenen als nu. “Dat vereist een stevige aanpak om het werkplezier te vergroten, gepast financieel te belonen en om de professionele autonomie te versterken,” aldus Geel. Zorgmedewerkers zijn nu tot wel 40 procent van hun tijd kwijt aan administratieve lasten. Hier is een grote winst te behalen door bijvoorbeeld het beter inzetten van digitale middelen,arbeidsbesparende technologie en het verminderen van de administratieve lasten. Ook inzetten op blijven leren en het stimuleren van loopbaanontwikkeling worden bepleit.

Innoveren, digitaliseren en uitwisselen

De ontwikkelingen op het vlak van digitale zorg, monitoring op afstand, e-Health en digitale consulten gaan razend snel. Geel: “Als die goed worden ingezet, helpt het de druk op professionals te verminderen en de zorg zo toegankelijk mogelijk aan patiënten te leveren. Wel moeten dit soort innovatieve toepassingen altijd ten dienste staan van patiënten en hun zorgverleners, niet andersom. De overheid moet de randvoorwaarden creëren waarbinnen zorgverlener en patiënt samen kunnen beslissen welke zorg het beste past, digitaal of fysiek.” In het belang van patiënten pleit de Agenda voor de Zorg tenslotte ook voor verbetering van de gegevensuitwisseling - met inachtneming van de privacywetgeving.

De Nederlandse ggz vraagt, mede door dit soort samenwerkingen, aandacht voor belangrijke kernthema’s.