Ellen Maliepaard
Projectleider

Wat doe je als woningcorporatie met een bewoner die onrust veroorzaakt en waarover je klachten ontvangt? In de wijk Meijhorst in Nijmegen zijn de verschillende partijen rond wonen en zorg anders gaan samenwerken, omdat het niet altijd soepel verliep.
“In iemands hoofd zit vaak: ik moet weten of deze persoon wel of niet psychotisch is om te kunnen handelen. Maar wat als het antwoord ‘ja’ is? Wat doe je dan? Dan heb je als woningcorporatie nog steeds niet echt kennis van zaken.” Ellen Maliepaard leidde het project samen met Hans Versteeg (VNG), onder meer in de wijk Meijhorst in Nijmegen, om het delen van gegevens te versoepelen.
Projectleider
De woningbouwcorporatie Talis, en ggz-hulpverleners in Nijmegen waren al langere tijd bezig met de vraag: hoe kunnen we samenwerken als het gaat om gegevensdeling rond wonen en zorg? Ellen: “Vanuit de GGZ werd gezegd: wij kunnen en mogen die gegevens niet delen. Terwijl medewerkers van Talis aangaven dat ze die gegevens nodig hebben om een veilig en leefbaar woonklimaat voor alle huurders te creëren.”
Er werd gestart met een participatief actieonderzoek in Meijhorst. Ellen: “We hebben een wijkverpleegkundige, een wijkbeheerder van de woningcorporatie en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige vanuit de ggz bij onze onderzoeksgroep betrokken, professionals die goed bekend zijn met de wijk. We hebben hen de simpele vraag gesteld: Tegen welke belemmeringen loop je aan bij de samenwerking en gegevensdeling in de wijk? En wat heb je daarbij nodig?”
Gaandeweg ontdekten ze met elkaar wat er gebeurde in de communicatie tussen de verschillende partijen. “Een medewerker van de woningcorporatie zegt bijvoorbeeld: ‘Ik heb iemand die zijn hele huisraad over de schutting gooit, ’s nachts schreeuwt, en omwonenden voelen zich onveilig’. Dan wil die medewerker iemand van de ggz kunnen bellen om te vragen: ‘Is deze man psychotisch?’ De ggz-hulpverlener zegt dan meestal: ‘Daar kan of mag ik geen antwoord op geven.’ Op die manier kan de woningcorporatie niet verder, komt er geen contact tot stand met de bewoner, en dus ook geen oplossing.”
Verschillende casussen werden besproken en de medewerkers van de woningcorporatie, ggz en wijkverpleging leerden elkaars perspectieven beter kennen. Er ontstond commitment en vertrouwen. “Als je elkaar niet kent, zijn de grenzen veel strikter. En dat is niet helpend. Wanneer professionals in de wijk elkaar spreken, zien ze dat andere professionals binnen hún professionele kaders ook de grenzen opzoeken, en waarom ze soms ‘nee’ zeggen.”
Daarnaast is het ook belangrijk dat organisaties en instellingen hun eigen medewerkers vertrouwen als het gaat om gegevens delen, vertelt Ellen. “Veel professionals handelen, binnen hun professionele grenzen, zorgvuldig en met verstand van zaken. Daarom deden we ook de oproep aan bestuurders: heb vertrouwen in je professionals. Zij denken goed na en hebben niet altijd richtlijnen, protocollen of afvinklijstjes nodig, liever niet zelfs.”
Om te toetsen of de werkwijze in de Meijhorst sprekend is voor het veld werd ook onderzoek gedaan in Hatert, een andere wijk in Nijmegen. “Daar werd op het eerste gezicht anders gewerkt, in vastere structuren. Met bijvoorbeeld een wekelijks overleg tussen de wijkverpleegkundige en de huisarts.” Toch waren er ook belangrijke overeenkomsten. “We zagen dat de waarden van de professionals, dus hoe zij werken, identiek zijn.”
De verschillende partijen in de wijken leerden elkaar anders bevragen. Heb jij deze gegevens écht nodig voor jouw werk? Of kun je op een andere manier handelingsperspectief krijgen? Of is het meer de expertise die je zoekt? “Het wordt makkelijker voor professionals om over de domeinen heen te kijken,” zegt Ellen. “En daar help je vooral ook de bewoners mee.” Ze geeft een voorbeeld: “Als iemand van de ggz tegen een wijkverpleegkundige of medewerker van de woningbouw zegt: ‘Ik snap dat dit gedrag spannend is, maar je hoeft niet bang te zijn. Als je op deze manier te werk gaat kom je bij deze bewoner binnen’, dan kan die persoon beter geholpen worden.”
Er is een app in ontwikkeling om de professionals in de wijken nog verder te ondersteunen aan de hand van een stappenplan. Lopen ze ergens tegenaan dan helpt de app met het stellen van de juiste vragen. En soms is er dan geen hulp meer nodig. “Die app is helpend, maar samenwerking en interactie blijft het belangrijkst,” zegt Ellen. “Daarom zeggen wij: ‘Ken je wijk, zet de inwoner centraal en vertrouw je professional’. Zij weten precies wat ze moeten doen.”