Ruth Peetoom


Ruth Peetoom, voorzitter de Nederlandse ggz, oproep kabinetsformatie, 7 november 2025, leestijd 2 minuten.
Het stof is neergedaald: D66 is bij de Tweede Kamerverkiezingen de grootste partij geworden. Premier-in-spe Rob Jetten zegt dat hij graag met ‘het brede politieke midden’ aan de slag wil. Dat willen veel mensen met hem, in de hoop op de stabiliteit en slagvaardigheid die in de afgelopen kabinetsperiode zo node ontbrak.
Veel opties zijn er niet – alleen al om dat brede politieke midden een meerderheid te bezorgen moet een aantal partijen over hun eigen schaduw heen springen. Dat is wel het minste dat er nu moet gebeuren.
Want er zijn grote opgaven. In de campagneperiode is er enorm gehamerd op de noodzaak om te investeren in veiligheid – en daarvoor flink te bezuinigen op zorg. Allerlei partijen haastten zich vervolgens te zeggen dat het het daarbij gaat om ‘minder meer’, dat wil zeggen dat het budget voor zorg sowieso zal groeien, alleen dat die groei geen gelijke tred zal houden met de stijging in eerdere perioden. Nu, in de formatie, zal blijken wat dat betekent. De begroting van VWS is de grootste pot met geld in de rijksuitgaven. Maar daar onbekommerd in winkelen is pennywise poundfoolish.
Dat geldt in elk geval voor de ggz. De basis moet op orde, en dat is niet zo met een wachtlijst van meer dan honderdduizend - en dan gaat het om volwassenen, kinderen en jongeren zijn niet meegerekend. En wil de zorg toekomstbestendig zijn, dan moeten we investeren. De afspraken in het IZA en het AZWA doen dat en zullen naar verwachting op termijn overigens ook stevige besparingen opleveren. Maar dan moeten de transformatieplannen wel onverkort uitgevoerd kunnen worden: ze liggen er, de opgaven blijven ook en de lege pot van de daarvoor benodigde gelden betekent dat de ombuigingen onvoldoende kunnen worden uitgevoerd. Een verstandig nieuw kabinet plust daarvoor als eerste bij. En steekt verder voldoende geld in preventie. Alle zorg die niet nodig is, is de goedkoopste zorg. Om maar niet te spreken van de besparingen waar het gaat om uitkeringen en kosten die veroorzaakt worden door uitval op het werk, op school en in studie door psychische problemen.

In oktober van dit jaar verscheen het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Mentale Gezondheid en GGz (IBO). De algemene conclusie: het huidige stelsel is onhoudbaar. ‘Niets doen is geen optie’, schreef voorzitter Manon Leijten in haar voorwoord. ‘Daarvoor is het persoonlijk lijden te groot en zijn de maatschappelijke kosten te hoog’. De problemen in het stelsel zijn zo fors, stelt het IBO, dat een hervorming moet worden overwogen. Die vraag zal waarschijnlijk opgepakt worden door de staatscommissie voor de toekomstbestendige zorg. Maar voor de korte termijn schetst het IBO drie pakketten van maatregelen die een nieuw kabinet kan nemen: een budgetneutrale optie, een met besparingen en een investeringspakket. Gezien de opgaven die de ggz zijn investeringen haast onontkoombaar: de ggz weer op peil brengen voorkomt niet alleen veel persoonlijk leed, maar voorkomt ook veel kosten. Ook al omdat dan niet alles crisis hoeft te worden om aangepakt te worden – de asielopvang heeft laten zien hoe desastreus het is, ook in financieel opzicht, als dat wel gebeurt.
Het is sowieso goed om over de grenzen van beleidsterreinen heen te kijken. Het succes van de bewindspersonen van VWS is sterk afhankelijk van de samenwerking met hun collega’s. Allerlei problemen worden zorg – ook geestelijke gezondheidszorg – als ze elders niet worden opgepakt. Armoede, bestaanszekerheid, schulden, huisvestingsellende et cetera, veroorzaken allerlei klachten waarmee mensen bij de huisarts terecht komen – en vervolgens vaak bij de specialistische zorg. Maatschappelijke problemen krijgen zo een medische jas. Breed kijken, in beleid en in geld, past misschien niet in de Haagse rekenmethodes, maar helpt wel die problemen op te lossen en veel te besparen.
Dus, kabinet, grijp de kans om het anders aan te pakken. Doe eens gek. Investeer in de ggz en in mentale gezondheid. Om het maar eens met in deze dagen populaire termen te zeggen: het kan wél.