Naar homepage

Kamerleden GroenLinks-PvdA en PVV op Kenniscongres deNLggz 2025

Beeld Folkert Thiadens PVV en Lisa Westerveld GL Pvd A 1

Wat is er nodig om de geestelijke gezondheidszorg toekomstbestendig te maken? Tijdens het Kenniscongres van de Nederlandse ggz op 25 juni 2025 gaan Tweede Kamerleden Lisa Westerveld (GroenLinks-PvdA) en Folkert Thiadens (PVV) samen met deelnemers over een aantal stellingen in debat. Lees alvast hun visie op een mentaal gezonder Nederland:

1. We moeten eerlijk zijn: de wachtlijsten worden niet korter

Lisa Westerveld:
“De wachtlijsten kúnnen wel korter worden, maar dat hangt af van politieke keuzes en prioriteiten. De politiek moet zorgen voor de randvoorwaarden, zodat professionals hun werk goed kunnen doen. Die randvoorwaarden zijn nu niet op orde.

Neem de financiering van de gespecialiseerde ggz; daar is al jarenlang discussie over. Net als over de vraag wat nu precies cruciale ggz is en hoe we die overal beschikbaar maken. Het is pijnlijk om te zeggen, maar de ggz heeft nauwelijks prioriteit binnen de politiek − en dat vind ik een groot probleem.

De lange wachtlijsten hangen ook samen met de inrichting van onze samenleving. Bestaande psychische problemen worden soms verergerd door iemands levensomstandigheden, zoals geldproblemen. Of neem mensen met een beperking; zij lopen soms tegen zulke grote barrières aan dat ze er psychisch last van krijgen.

Aan die maatschappelijke oorzaken kunnen wij als politieke partijen veel veranderen. We moeten er zijn voor mensen die het al moeilijk hebben.”

Folkert Thiadens:
“De wachtlijsten zijn veel te lang. Het is schrijnend dat mensen met een zorgvraag soms maanden op hulp moeten wachten. Toch hebben wij als PVV-fractie wel goede hoop, én ideeën die kunnen bijdragen aan het inkorten van de wachtlijsten.

We zien nu dat financiële prikkels bij aanbieders ertoe leiden dat patiënten die minder ‘opleveren’, langer op de wachtlijst blijven staan. Een grote schande. Dit moet zo snel mogelijk worden aangepakt. Iedereen op de wachtlijst heeft recht op behandeling; het financiële belang van een aanbieder mag nooit bepalen wie wel of niet wordt geholpen.

Een tweede mogelijke oplossing is de invoering van een Centraal Toeleidingspunt (CTP), waar huisartsen cliënten naartoe kunnen verwijzen als zij vermoeden dat ggz-behandeling wenselijk is. Deze centrale plek koppelt de hulpvraag aan het best passende aanbod en de kortste wachttijd in de regio. Door goede regionale samenwerking kan hulp gerichter en sneller worden ingezet.

Quote van kamerleden

2. AI is de gamechanger in het oplossen van wachttijden en gaat ervoor zorgen dat de professional tijd overhoudt

Lisa Westerveld:
“Een lastige. Het huidige regeerakkoord gaat ervan uit dat AI veel kosten gaat besparen, maar de ontwikkelingen staan nog in de kinderschoenen. We weten simpelweg nog niet waar we over een tijd staan met AI.

Op korte termijn zie ik vooral kansen om met AI bepaalde taken te automatiseren, zoals gespreksverslagen en administratief werk. Daarmee kan tijd worden bespaard. Maar een robot of machine kan nooit doen wat een mens kan: écht luisteren, contact maken, en erkenning bieden.

Ik ben daarom voorzichtig in de fundamentele discussie of je gesprekken door een machine kunt laten voeren. Die discussie heeft bovendien een principieel en ethisch component. De vraag is: kun je besluiten over existentiële kwesties aan AI overlaten? En als dat gebeurt, wie draagt dan de verantwoordelijkheid? In mijn visie is bij zulke besluiten principieel altijd een mens nodig.”

Folkert Thiadens:
“Zorg is mensenwerk. Zorgpersoneel geeft aan graag tijd in bewoners, cliënten of patiënten te willen investeren.

AI staat nog in de kinderschoenen. De PVV-fractie is optimistisch over de verdere ontwikkeling ervan, maar ziet op dit moment nog geen concrete toepassingen die de werkdruk daadwerkelijk verlichten. Mogelijk kan AI in de toekomst administratieve processen vereenvoudigen. Denk aan spraakgestuurd typen, al kleeft daaraan het risico dat fouten alsnog handmatig door de zorgprofessional moeten worden hersteld.

Andere AI-oplossingen zijn momenteel nog kleinschalig en foutgevoelig. Als er in de toekomst een toepassing ontstaat die gericht is op het verlenen van een specifieke behandeling, kan dat zeker schelen in de inzet van personeel . Maar zolang AI-oplossingen niet 100% foutloos en accuraat kunnen behandelen, zal er voor de veiligheid van de cliënt altijd een menselijke professional moeten meekijken.”

Quote van kamerleden

3. Wat is er volgens u nodig voor een toekomstbestendige ggz en een mentaal gezonder Nederland in 2035?

Lisa Westerveld:
“Ik pleit nadrukkelijk voor kwaliteit binnen de ggz. We moeten goed onderzoek blijven doen naar wat wél en niet werkt. Zo maken we behandelingen effectiever en voorkomen we dat mensen telkens opnieuw vastlopen.

Daarbij stuiten we wel op een dilemma: professionals willen zich graag bijscholen, maar realiseren zich ook dat de wachtlijst verder groeit als zij tijdelijk afwezig zijn om te studeren.

Een andere voorwaarde voor een toekomstbestendige ggz is dat de politiek zorgt dat professionals hun werk kunnen doen – zónder tegengewerkt te worden door bureaucratische en financiële regels. Als de gespecialiseerde ggz onvoldoende wordt gefinancierd, komt de focus steeds meer op lichtere problematiek te liggen. Dat leidt tot meer aanbod – en daarmee meer vraag – terwijl juist de mensen die gespecialiseerde hulp nodig hebben het langst moeten wachten.

Tot slot moeten we zorgen voor passende plekken. Psychische hulp thuis in plaats van in een kliniek kan werken, maar ook die politieke keuze is te vaak doorgeslagen. Sommige mensen hebben er wel degelijk baat bij als ze even uit de omgeving kunnen stappen waarin ze traumatische dingen hebben meegemaakt.”

Folkert Thiadens:
“Voor een toekomstbestendige ggz moeten we allereerst de wachtlijsten drastisch terugdringen en zorgen dat cliënten een passende behandeling krijgen. Ook moet de LVHC-doelgroep (Laag Volume, Hoog Complex) sneller en beter worden geholpen. Dat draagt bovendien bij aan meer veiligheid op straat.

Bij deze groep is het belangrijk dat zorg en ondersteuning flexibel meebewegen met de cliënt, aangezien de zorgvraag hoog complex is.

Als we Nederland mentaal gezonder willen maken, moeten we de perverse prikkels – financiële prikkels – zoveel mogelijk uit de ggz weren, zodat iedereen geholpen kan worden. Zoals ik in mijn aangenomen Kamermotie heb aangekaart, moeten de exclusiecriteria verdwijnen. Zo kunnen organisaties flexibeler meebewegen in de zorgvraag van cliënten.”