Jeroen Pepers

Veel zorg- en welzijnsorganisaties hebben met het ministerie van VWS het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) ondertekend. Een mijlpaal, vindt Jeroen Pepers, directeur van de Nederlandse ggz. Want zo kunnen we belangrijke bewegingen in gang zetten naar de ‘voorkant’ en aan de ‘binnenkant’.
Tegelijkertijd roept hij op dat de sector nu de ruimte moet krijgen om de veranderingen door te voeren. De valkuil van overhaaste beleidsstapeling ligt op de loer.
De noodzaak tot verandering in de ggz is groot. Daar herinneren de wachtlijsten, personeelstekorten en toenemende zorgvragen ons dagelijks aan. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) stimuleren grote veranderingen. We hebben afgesproken: beweeg naar de voorkant én aan de binnenkant. Met bewegen ‘naar de voorkant’ bedoelen we: sneller en beter tot de kern van de hulpvraag komen, en met bewegen ‘aan de binnenkant’ willen we het zorgproces bínnen de ggz beter laten verlopen.
Ik noem drie voorbeelden:
Is het eenvoudig om deze veranderingen naar de voorkant en aan de binnenkant in gang te zetten? Nee, helaas niet. Het bestaande zorgproces is in alle voorbeelden goed te beargumenteren. Bepalen hoe het anders kan, is lastiger. Die keuze maken, dat vraagt iets van ons als ggz-aanbieder, van de zorgprofessional, van ons netwerk en van de cliënt. De schaarste in capaciteit en middelen dwingt ons daar toe.
Het kost tijd, energie en geld om deze bewegingen te maken. Krijgt de praktijk die tijd? Of schieten beleidsbepalers, zoals zo vaak, in de zogeheten beleidsreflex? Ik bedoel daarmee de neiging om – zodra het effect van een maatregel op korte termijn uitblijft – nóg een maatregel erbovenop te stapelen. Een extra maatregel voor eenzelfde vraagstuk. Hierdoor stapelt beleid en verdwalen we in pilots, formulieren en nieuwe afspraken. Uiteraard moeten we regels en voorwaarden wijzigen om de gewenste beweging te faciliteren, begrijp mij niet verkeerd. Maar dat is iets anders dan nieuw beleid.
De IZA- en AZWA- akkoorden geven ons duidelijk richting. Wij, professionals en organisaties, vragen tijd en ruimte om met elkaar te leren hoe we aan die akkoorden goed en concreet invulling kunnen geven. Stakeholders bijeenbrengen, afspraken maken, vertrouwen opbouwen: dat kost tijd. Het kost jaren. Geef de praktijk eigenaarschap - wij voelen ons eigenaar- maar ook tijd en ruimte. De beweging is ingezet, de veranderingen lopen.
Urgentie benoemen is goed. Het vraagstuk is actueel. Maar, vermijd de valkuil van overhaaste beleidsstapeling. Geef ruimte voor experiment, falen en opnieuw proberen. Zo komen we verder. Mijn boodschap aan beleidsmakers in de ggz is daarom eenvoudig: zet de gewenste verandering centraal, ga leren, leren, leren, én vermijd de beleidsreflex.
Jeroen Pepers is directeur van de Nederlandse ggz