
Een bestuurlijke lappendeken die zorgvernieuwing in de weg zit
- Publicatiedatum
Directeur Jeroen Pepers, blog 12 december 2025, leestijd: 4 minuten
We willen mensen met meerdere problemen - zoals dakloosheid, schulden en psychische klachten - eerder op de juiste plek te helpen. Maar dat lukt niet altijd. Dat komt onder andere door de grote hoeveelheid samenwerkingsverbanden tussen gemeenten en andere partijen. Die ‘bestuurlijke spaghetti’ frustreert een effectieve samenwerking.
1 gemeente, 43 samenwerkingsverbanden
Nederland telt 342 gemeenten. Elke gemeente heeft zelf weer gemiddeld 43 samenwerkingsverbanden. Die samenwerkingsverbanden zijn met zorgverleners, maar bijvoorbeeld ook met woningcorporaties, energiebedrijven, passend onderwijs, werk en inkomen.
Gemeenten bepalen zelf met wie zij samenwerken. Niet alleen voor de zorg, maar ook voor belangrijke sociaal-maatschappelijke thema’s die impact hebben op de (mentale) zorg. Daardoor ontstaan er samenwerkingen die geografisch van elkaar verschillen. Nieuwegein werkt bijvoorbeeld voor zorg samen met Woerden, voor werk & inkomen met Houten en voor wonen weer in een andere regio.
Zo ontstaat een lappendeken van overlappende bestuurlijke regio’s waarin afstemming tussen beleidsterreinen moeilijk wordt.
Waarom wederkerigheid belangrijk is
Goede samenwerking draait om wederkerigheid: met elkaar creëer je meerwaarde. Die wederkerigheid werkt alleen als partners dezelfde belangen hebben en uit hetzelfde ‘mandje’ putten. Gaat de ene regio vooral over het verdelen van de aandachtsgroepen en de andere regio over de zorg voor die groepen, dan is er risico op mismatch. De belangen overlappen niet.
Dat doet zeker pijn bij ‘wrong pocket’-problemen:
- Als de voordelen van jouw investering landt bij je buurregio dan is het de vraag of jij die investering wel wilt doen. Wanneer jij als enige gemeente beschermd wonen aanbiedt, trekt dit mensen met grote zorgbehoefte naar jouw gemeente. Jouw buurgemeente profiteert, hun oud-inwoner wordt geholpen, maar zij dragen niet bij in de kosten.
- Of als je als gemeente investeert in preventie en jij betaalt de kosten, maar het voordeel komt bij de zorgverzekeraar terecht.
Wanneer regionale samenwerkingen niet goed overlappen, komt de wederkerigheid onder druk. Gemeenten kunnen besluiten bepaalde voorzieningen niet of minimaal aan te bieden. Gevolg kan dan zijn dat we op elkaar wachten. En dat er niets gebeurt. In plaats van 1+1=3, wordt het dan 1+ 1 = 0.
In Denemarken kan het wél
In 2007 ging Denemarken van 271 naar 98 gemeenten. Alle zorgtaken en verantwoordelijkheden kwamen bij deze grotere gemeenten te liggen. Dankzij de nieuwe schaalgrootte hebben de gemeenten genoeg capaciteit en middelen om zelf voorzieningen te organiseren. Dit creëert een eerlijk aanbod, maar ook verantwoordelijkheid. Iedere gemeente moet de problemen in het eigen gebied oplossen. Resultaat is een gevoel van lokale en gebundelde verantwoordelijkheid.
Waar overlap is, werkt samenwerking beter
Gelukkig zijn er in Nederland ook regio’s waar het goed gaat, zoals Twente en Zuid-Limburg. Daar overlappen de samenwerkingen zijn gemeenten afhankelijk van elkaar. Ze delen dezelfde uitdagingen. Dat helpt om wederkerigheid te voelen en samen door te pakken.
We hebben meer overlap nodig
Een grote herindeling zoals in Denemarken is in Nederland politiek niet haalbaar. Gemeentelijke autonomie zit diep in onze cultuur en gedwongen herindelingen zijn niet populair. Dat heeft ervoor gezorgd dat we in Nederland liever zoeken naar vrijwillige samenwerking. Maar dat heeft wel een prijs. Namelijk 43 samenwerkingsverbanden per gemeente. En de lappendeken groeit zelfs verder.
Willen we de grote transities in de zorg versnellen, dan is meer overlap in regionale samenwerking noodzakelijk. Een goede eerste stap is om de regio’s voor zorgkantoren, jeugdzorg, onderwijs, wonen en werk & inkomen beter op elkaar te laten aansluiten. Daar kunnen mentale gezondheidsnetwerken het meest winnen.
We willen een mentaal gezondheidsnetwerk rond cliënten organiseren. Dat vraagt veel van professionals én van bestuurders. Zolang de bestuurlijke lappendeken blijft bestaan, wordt dat ingewikkeld. En juist mensen met de meest complexe problemen zijn hier de dupe van.
Wie pakt een naald en durft van deze lappendeken een stevig, samenhangend kleed te maken?
Foto door: Melanie Lemahieu

