Naar homepage
Teun Toebes spreekt tijdens het Kenniscongres de nlggz

Van kwaliteit van zorg naar kwaliteit van leven

Hij besloot als 21-jarige na zijn opleiding verpleegkunde op een gesloten afdeling van een verpleeghuis te gaan. Zijn huisgenoten: bewoners met dementie. Inmiddels is Teun Toebes 26, reist als zorgvernieuwer de wereld rond, maakte samen met filmmaker Jonathan de Jong een film over hoe zorg in andere landen georganiseerd wordt en laat daarmee zien wat we van elkaar kunnen leren.

Gevulde zaal tijdens toespraak Teun Toebes

Je woont al een tijdje niet meer op de gesloten afdeling en bent inmiddels ook breder naar de zorg gaan kijken?

Ja, want mijn boodschap gaat niet over een ‘schattige jongen’ die in een verpleeghuis woont. Deze gaat over hoe wij naar mensen kijken en van hen ‘de ander’ maken. Van daaruit organiseren we zorg voor ‘die ander’, zonder te vragen: Wat vind jij belangrijk en hoe kunnen wij daarbij aansluiten? Ik geloof enorm in de Nederlandse manier van zorg, waarbij we niet alleen vanuit diagnoses en indicaties kijken. Toch hebben we onze systemen daar vaak nog wel op ingericht. Dus je hebt de gehandicaptenzorg, de jeugdzorg, de ggz, de ouderenzorg, de thuiszorg.

Werkt dat niet, of niet meer?

Er is zeer gespecialiseerde en goede zorg in Nederland, gericht op vrij specifieke aandoeningen. Maar willen we dat zorg ondersteunend is aan het alledaagse leven van mensen in de samenleving, dan vraagt dat om een andere manier van kijken en een aanpak die mensen binnen de gemeenschap houdt. Het is belangrijk dat we veel meer kijken naar dat wat ons verbindt, het mens-zijn. Dit gaat over universele waarden die veel verder gaat dan specifieke deelsectoren: iedereen wil gezien worden, ertoe doen en onderdeel zijn van een gemeenschap.

Het klinkt alsof je zegt: meer maatwerk. Alleen kost dat ook veel meer geld?

We leven in een van de rijkste zorgsystemen ter wereld als je kijkt naar de hoeveelheid geld die beschikbaar is. ‘Meer’ is niet altijd beter. Meer geld, meer personeel en meer producten betekent niet automatisch dat we daar ook de juiste dingen mee doen om mensen te helpen. Het gaat dus om de vraag: wat doen we met de middelen die we hebben? Blijven we ziekte van individuen financieren, dan kunnen we niet verwachten dat kwaliteit van leven het resultaat in een zorgsysteem zal zijn.

Wat is het gevaar als je met elkaar wel op deze manier blijft werken?

Dat we bij een schijn van financiële krapte, het leven van mensen nog meer medicaliseren en mensen hierdoor als 'de ander' gaan zien en behandelen, en dus niet meer samenleven. Het gaat om kwaliteit van leven, in plaats van alleen maar de kwaliteit van zorg. Dit jaar heb ik het ook in mijn eigen leven ervaren. Mijn moeder kwam het afgelopen jaar in de ggz terecht, nadat ze zelf jarenlang bij de crisisdienst heeft gewerkt. Ze kwam maanden op een gesloten afdeling en veranderde van mijn moeder in een patiënt. Tegelijkertijd zag ik hoe belangrijk het was dat ze gezien werd en in verbinding kon blijven met mensen om haar heen. Al gaf de omgeving daar weinig ruimte voor.

Ben jij voor het terugleggen van de verantwoordelijk bij ons allemaal, in de samenleving?

Nou, de verantwoordelijkheid terugleggen wordt vaak opgevat als: maak geen concreet beleid meer, en haal geld weg bij de zorg. Wat ik geloof is dat wij te veel uitdagingen in het leven van mensen tot een zorgprobleem maken. We creëren een beeld dat iedereen altijd gelukkig moet zijn. Terwijl gevoelens van ‘alleen zijn’ of het jezelf stellen van existentiële vragen ook bij het leven hoort. Het leven is niet maakbaar, terwijl die druk soms wel voelbaar is.

Zijn we dat ‘samenleven’ niet gewoon een beetje verleerd?

Ja, soms voelt het alsof we met ‘zorg’ de verantwoordelijkheid om voor elkaar te zorgen afkopen. We zien het vaak als een last, waardoor we verleerd zijn om naar elkaar om te kijken en te luisteren.

Toen je op de gesloten afdeling ging wonen ben je bewust geen dossiers gaan lezen, van je ‘huisgenoten’.

Klopt! Het hebben van voorkennis kan er namelijk voor zorgen dat je anders naar mensen gaat kijken. Als je weet dat iemand een keer agressief was, ga je anders met die persoon om. Toen ik stageliep in de ggz was een van mijn leerdoelen om mensen te leren kennen. En wat deed ik? Ik ging dossiers lezen: anamneses en crisisverslagen. Daar kijk ik nu anders naar. Kennis opdoen is ook: op een handdruk letten, of kijken naar waarom iemand zo onzeker is en je minder vasthouden aan de door onszelf gecreëerde regels en protocollen.

Teun Toebes zijn inspirerende lezing tijdens kenniscongres

Op het kenniscongres ging het ook over het slimmer en innovatiever organiseren van ons zorgsysteem en het zorgaanbod in de ggz, gericht op herstel en het meedoen in de maatschappij.

Dat is een hele mooie ontwikkeling! Het is alleen niet genoeg, want veranderen van zorgaanbod is veranderen binnen de marges van wat wij zelf zien als een antwoord op de uitdagingen van mensen. In Nederland denken we bij innovatie vaak aan nieuwe producten, terwijl onderliggend aan die producten onze cultuur, ons mensbeeld ligt. Dat gaat dus om breder veranderen dan alleen het zorgaanbod, wat juist zo hard nodig is. Er zijn zorgverleners, ondernemers en organisaties die het soms al jarenlang anders doen, dat zijn goede voorbeelden om de standaard van te maken!

De kracht van goede zorg ligt in mensen die het geven. Het gaat altijd om de menselijke relatie. Zoals ik vertelde werd mijn moeder opeens patiënt, terwijl ze jarenlang hulpverlener was (en nu weer is). Ze mocht ‘op verlof’ voor de première van onze film Human Forever. Mijn moeder zag er prachtig uit, ze draagt graag mooie kleding, dat is onderdeel van haar identiteit. Toen ze weer terug was op de PAAZ-afdeling, kwam ze een oud-collega tegen die vroeg: ‘Ben jij ook aan het werk?’ Mijn moeder zei: ‘Nee, ik ben hier opgenomen.’ Die oud-collega schrok enorm. Dat beeld bleef bij mijn moeder hangen, ze zei: ‘Het zegt zoveel over hoe wij naar mensen kijken. Zodra je te maken hebt met de ggz, krijg je voor je gevoel meteen dat beeld van ‘patiënt’ opgeplakt.’ De lijn tussen zorg geven of ontvangen is soms flinterdun, het zou mooi zijn als we kwetsbaarheid in het leven niet wegpoetsen, maar meer omarmen.

Ik vertelde op het congres ook hoe hulpverleners op zo’n afdeling rondlopen met een sleutelbos die ze op tafel leggen. Onbedoeld laten ze zien: ik ben de hulpverlener en jij verblijft hier. Bij ambulante teams is dat al anders, die komen bij mensen thuis, in hun eigen omgeving. Maar ook daar maken we het thuis van mensen soms tot instituut.

Doen we soms niet te veel ons best, waardoor we in een kramp schieten?

Misschien wel. En er heerst in ons zorgsysteem ook veel angst, omdat we bij incidenten op zoek gaan naar een schuldige. Het feit dat we spreken van 'incidenten', terwijl sommige gebeurtenissen in ieders leven voorkomen, maakt al dat we anders kijken naar het leven van mensen die zorg krijgen. Kwaliteit van zorg wordt vaak gezien als volledig veilige zorg. Maar zorg die streeft naar nul risico’s, kan ook zorgen voor nul leven.

Wat is jouw boodschap nu?

Ik geloof in cultuurverandering door het delen van een mensbeeld dat uitgaat van gelijkwaardigheid en medemenselijkheid. En ik vind het belangrijk om dit te benaderen als een samenlevingsvraagstuk. Het doorbreken van stigma’s vraagt bijvoorbeeld ook dat raadsleden in een gemeenteraad in contact komen met mensen die met de ggz te maken hebben en niet meteen in een kramp schieten bij een incident. Het vraagt iets van ondernemers in een wijk, want overal wonen mensen die ggz-zorg ontvangen. En van bewoners voor wie bepaald gedrag opvalt, en erop af durven stappen. Soms wel, maar je hoeft niet altijd gelijk de politie te bellen.

Je sloot je keynote af met: houd elkaar vast wanneer het moeilijk is en accepteer risico’s die in ieder leven vanzelfsprekend zijn…

Daarmee richt ik me op onze eigen cultuur in de zorg. Het nemen van risico’s vraagt van bestuurders dat ze andere gesprekken voeren met de raad van toezicht. Van zorgverleners dat we accepteren dat zorg niet altijd honderd procent veilig kan zijn. Dat kan spannend zijn, want een cultuurverandering is het moeilijkste dat er is. Dus het is belangrijk dat we elkaar vasthouden. Dat we, als er iets gebeurt, niet meteen naar elkaar wijzen en op zoek gaan naar een schuldige, maar dat we ook elkaar blijven zien als mens.

De film Human Forever won het 'Gouden Kalf van het Publiek voor documentaire' en is nu in 22 landen te zien. Je kunt deze nog bekijken via Videoland of Pathé Thuis. En mooi nieuws, want de Nederlandse ggz is maatschappelijk partner van deel II die zich focust op sterke gemeenschappen en meer inclusief samenleven.

Ga naar Human Forever