Naar homepage

Annemarie Schram vindt kwetsbare mensen helpen het mooiste om te doen

Publicatiedatum

De leden van de Nederlandse ggz hebben Anne-Marie Schram per 1 december 2022 benoemd als bestuurslid met de portefeuille Volwaardig Burgerschap voor een eerste termijn van vier jaar. Samen met de overige bestuursleden zal Schram een bijdrage leveren aan de Nederlandse ggz, die als netwerkorganisatie gericht is op samenwerking zowel binnen als buiten de sector.

Letterlijk vanaf de eerste dag dat ze als psychiater werkte, was Anne-Marie Schram ook manager. Dus dat ze ooit bestuurder zou worden, dat is niet eens zo gek. Maar psychiater is ze ook nog steeds. ‘En dat wil ik blijven doen.’

Een half jaar voor Anne-Marie Schram (1969) afstudeerde als psychiater, vroeg de directeur van de instelling waar ze stage liep of Schram het leuk vond om manager te worden. ‘Daar moest ik wel even over nadenken’, blikt Schram terug. ‘Ik was zo groen als gras. Maar ik heb het wel gedaan. 31 augustus kreeg ik mijn stagebeoordeling en een dag later trad ik in dienst als psychiater en manager. Was ik ineens de leidinggevende van degene die mij had beoordeeld. Maar dat ging gelukkig allemaal goed.’

Dat haar leidinggevende kwaliteiten al zo vroeg in haar loopbaan werden opgemerkt, komt door haar interesse in de mens, denkt Schram. ‘Als kind was ik al nieuwsgierig naar de mens als geheel. Hoe werkt nou alles? Die nieuwsgierigheid trok me ook naar de ggz. Kinder- en jeugdpsychiatrie, dat trok me. Van een gebroken been kun je een scan maken. Van een psychose niet. Maar wat gebeurt er dan bij een ander. Het denken, het handelen, het zijn. Ik was daar echt nieuwsgierig naar.’

‘En die interesse in mensen, en hoe groepen mensen kunnen samenwerken als één team, en verschillende teams als één organisatie, dat vond ik ook heel boeiend. Zo kwam ik in die managersrol terecht.’

Tot op de dag van vandaag combineert ze het besturen met het werken als psychiater. Drie jaar geleden, toen ze als bestuurder aan de slag ging bij GGZ Oost-Brabant, stopte ze als psychiater. Voor even. ‘Ik dacht dat ik mijn werk als bestuurder beter kon doen als ik stopte als praktiserend psychiater. Maar na drie maanden kwam ik daar weer van terug. Kwetsbare mensen helpen, dat blijft het mooiste om te doen.’

‘Soms haalt iemands hoofd een truc met diegene uit door bijvoorbeeld psychotisch te worden. Hoe je als zorgverlener kunt helpen om dat weer in banen te leiden. Om er zelf weer mee overweg te kunnen. Om erachter te komen wat er aan de hand is, door te praten, belangstelling te tonen, een relatie aan te gaan en mee te voelen, dat is zo mooi. Het is iedere keer weer een wonder als dat lukt. En helemaal niet vanzelfsprekend, hè. Waarom zou je, als je zo kwetsbaar bent, zomaar iemand iets toevertrouwen? Dat een ander het toelaat dat je interesse hebt, dat die wil delen wat hij denkt, dat is heel bijzonder. Ik blijf me regelmatig verwonderen over hoe mensen werken, hoe ze denken, hoe ze zijn. Het is prachtig werk.’

Voorkomen van zorg

Prachtig werk dus. Maar, vindt Schram. Nog mooier zou het zijn als het werk helemaal niet nodig zou zijn. ‘Ik ben niet gaan studeren om dit soort instituten als waar ik zelf nu werk, in stand te houden. Nee, ik ben gaan studeren om mensen beter te maken, om ze te helpen weer gezond te zijn. Hoe mooi zou het zijn als ik hier als laatste het licht uit mag doen? Dat zou betekenen dat iedereen gezond is.’

‘Realistisch? Nee, dat denk ik niet. Kijk, je wenst geen baby bij de geboorte toe dat die een groot deel van zijn of haar leven in een psychiatrische instelling moet verblijven. Maar voor sommige mensen zal een instelling als de onze de fijnste plek zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat we ook veel zorg kunnen voorkomen. Een aantal zaken overkomt je als mens, maar er zijn ook omstandigheden in ons leven die maken dat sommige dingen sneller of heftiger gebeuren dan onder andere omstandigheden. Ik wil graag proberen of we invloed op die omstandigheden kunnen hebben. Hoe is de situatie thuis? Heb je schulden? 

Stel dat we iemand gaan behandelen waarvan de psychosociale omstandigheden juist een oorzaak van de problemen zijn. Dan is de behandeling een stuk minder effectief als we die psychosociale omstandigheden niet aanpakken. In de loop der jaren heb ik wel een idee gekregen over hoe ik denk dat de zorg verbeterd kan worden. En een belangrijk aspect daarbij is dat we ons veel meer moeten inzetten om zorg te voorkomen. We moeten met zijn allen beter worden in het onderscheiden als iemand zich een eerste keer meldt. Dit kunnen we met kleine zorg goed oplossen, dat zijn problemen die duidelijke aanwijzingen zijn dat er grotere zaken spelen. Als we dat vóór de voordeur van de ggz-instellingen kunnen onderscheiden, kunnen we grote stappen maken.’

In de loop der jaren heb ik wel een idee gekregen over hoe ik denk dat de zorg verbeterd kan worden.

Integraal Zorgakkoord

‘Er liggen al een paar mooie akkoorden die hier heel erg bij gaan helpen. Het Gezond en Actief Leven Akkoord, het preventieakkoord en nu ook het IZA. Die akkoorden zijn een mooi begin. Maar het is ook tijd voor een transitie bij iedereen in Nederland. Dat we ons allemaal afvragen: hoe blijf ik gezond? En wat doe ik daarvoor? Zoiets moeten we ook meenemen in de opleidingen tot dokter. Nu leer je ziektes herkennen. En de uitzonderingen daarop. En daar weer de excepties van. En hoe dan te handelen. Maar laten we ons meer focussen op zaken die we kunnen doen om mentaal en fysiek sterker en gezonder te worden. Dat zou enorm veel problemen voorkomen.’

Samenwerken

‘De enige manier waarop dat kan lukken, is als we in de zorg en hulpverlening goed gaan samenwerken. Huisartsen, gemeenten, welzijn en ggz moeten voor de voordeur domeinoverstijgend samenwerken. Zodat minder mensen cliënt hoeven te worden. Echt waar, een deel van de huidige cliënten zou nu geen cliënt zijn geweest, of minder grote problemen hebben gehad, als we vooraf beter gekeken hadden welke hulp op dat moment het hardste nodig was. Als je ontslagen wordt en je je huur niet meer kan betalen, je kinderen geen nieuwe kleren kan geven. Daar krijg je stress van. En heel veel stress is niet gezond. Ik kan de mooiste therapieën loslaten op deze mensen, maar als de stress van de schulden om hun nek blijft hangen, blijft het leven zwaar. Daar moet oog voor zijn. En ik wil de realiteitszin van onze zorg duidelijk maken. 

Wat doen we in Nederland als iemand schulden heeft? Je komt in de schuldsanering en krijgt allerlei hulp: een schuldbegeleider, maatschappelijk begeleider, iemand die zich over de kinderen ontfermt. Als je dat optelt, kom je aan 150.000 euro per jaar. Terwijl de schulden vaak niet hoger zijn dan 40.000 euro. Ik denk dat het effectiever is om iemands schuld af te betalen. Het kost minder en de stress is weg. En dan moeten mensen niet zeggen dat deze mensen dan binnen de kortste keren opnieuw in de schulden zitten. Want geloof me, niemand vindt het fijn om schulden te hebben.’

‘Dit is een voorbeeld van hoe we aan preventie kunnen doen. Want als die stress van de schulden weg is, is de kans op mentale problemen een stuk kleiner. Dus hebben we als maatschappij minder ziektekosten. Nu is ons landschap nog niet zo ingericht dat het geld uit de gezondheidszorg niet vaak terechtkomt bij degenen die zich bezighouden met preventie. Terwijl dat een enorme winst zit. En dat is iets waarmee ik samen met de Nederlandse ggz aan de slag wil.’

'Laten we ons meer focussen op zaken die we kunnen doen om mentaal en fysiek sterker en gezonder te worden. Dat zou enorm veel problemen voorkomen.’